Deze website is uitsluitend voorbehouden aan beroepsbeoefenaren in Nederland.

Diabetes_Hero_Banner

Apidra®

Apidra (insuline glulisine 100 E/ml) is een recombinante humane insuline analoog. Het werkt even krachtig als kortwerkende humane insuline, maar sneller en korter. Hieronder vindt u meer informatie over het werkingsmechanisme, het gebruik van Apidra en mogelijke bijwerkingen.

Overzicht


Apidra® is geschikt voor de behandeling van diabetes mellitus bij volwassenen, adolescenten en kinderen van 6 jaar of ouder met diabetes mellitus waarbij gebruik van insuline een vereiste is.


Apidra® 100 EH/ml is beschikbaar in 3 vormen:

  1.       Oplossing voor injectie in een injectieflacon
  2.       Oplossing voor injectie in een patroon
  3.       Oplossing voor injectie in een voorgevulde pen

Bij gebruik van patronen is het belangrijk dat u ook een geschikte navulbare pen adviseert:

  • JuniorSTAR® in stappen van 0,5 eenheid
  • AllStar®PRO® in stappen van 1 eenheid
1/3

Apidra® is geschikt voor de behandeling van diabetes mellitus bij volwassenen, adolescenten en kinderen van 6 jaar of ouder met diabetes mellitus waarbij gebruik van insuline een vereiste is.


Apidra® 100 EH/ml is beschikbaar in 3 vormen:

  1.       Oplossing voor injectie in een injectieflacon
  2.       Oplossing voor injectie in een patroon
  3.       Oplossing voor injectie in een voorgevulde pen

Bij gebruik van patronen is het belangrijk dat u ook een geschikte navulbare pen adviseert:

  • JuniorSTAR® in stappen van 0,5 eenheid
  • AllStar®PRO® in stappen van 1 eenheid

Hoe wordt Apidra® gebruikt?

Apidra® wordt gebruikt in combinatie met een middellang- of langwerkende insuline of basaal analoog insulinepreparaat. De dosis Apidra® moet individueel worden aangepast.

Het middel is geschikt voor intraveneus gebruik, wanneer uitgevoerd door een arts of verpleegkundige. In de meeste gevallen zal Apidra subcutaan worden ingespoten.

Apidra® mag worden gebruikt voor continue subcutane insuline-infusie in pompsystemen die geschikt zijn voor de infusie van insuline met de juiste katheters en reservoirs. In dit geval is het aan te raden de continue infusie in de buikwand toe te dienen. Het is van belang dat de patiënt goed wordt geïnstrueerd over het gebruik van het pompsysteem om mogelijke hypoglykemieën te voorkomen.

Indien u kiest voor Apidra® 100 EH/ml in een patroon of voorgevulde pen, mag de patiënt alleen subcutaan injecteren in de buikwand, dijbeen of deltaspier.  

Hoe werkt Apidra®?

Apidra® bevat 100 eenheden insuline glulisine per milliliter. Het werkt sneller en korter dan een kortwerkende humane insuline.

Apidra® verlaagt de bloedglucosespiegel door stimulering van de perifere glucoseopname door skeletspieren, vet en remming van de glucose. Tevens remt het de vetafbraak in de vetcellen, remt het de eiwitafbraak en verhoogt het de eiwitsynthese.

Aanbevelingen over Apidra®

Meest voorkomende bijwerkingen

Bij gebruik van Apidra® kunnen bijwerkingen optreden, waaronder:

  • Hypoglykemie ook wel te weinig glucose in het bloed. Hypoglykemie is de meest frequente bijwerking bij behandeling met insuline en treedt zeer vaak op (≥1/10). In dit geval is het van groot belang de bloedglucosespiegel te verhogen.
  • Huidverandering op de injectieplaats: lokale overgevoeligheidsreacties op de injectieplaats treden vaak op (≥1/100,<1/10) en verdwijnen meestal vanzelf. Indien een patiënt herhaaldelijk op dezelfde pek injecteert kan de huid slinken of dikker worden.
  • Systemische overgevoeligheidsreacties: treden soms op (: ≥1/1000, <1/100) en kunnen inhouden: huiduitslag (inclusief jeuk, galbulten) over het gehele lichaam, benauwdheid op de borst, ademnood, allergische huidontsteking en jeuk. Ernstige algemene allergieën, inclusief een anafylactische reactie, kunnen levensbedreigend zijn.

Voor meer informatie over bijwerkingen kunt u de SmPC van Apidra® raadplegen.

Contra-indicaties en voorzorgen

Gebruik van Apidra wordt afgeraden wanneer de patiënt overgevoelig is voor de werkzame stof (insuline glulisine) of voor één van de volgende hulpstoffen:

  • Metacresol
  • Natriumchloride
  • Trometamol
  • Polysorbaat 20
  • Zoutzuur, geconcentreerd
  • Natriumhydroxide

Combinatie met pioglitazon

Gevallen van hartfalen zijn gemeld wanneer pioglitazon is gebruikt in combinatie met insuline, in het bijzonder bij patiënten met een verhoogd risico op de ontwikkeling van hartfalen. Dit moet in overweging worden genomen indien behandeling met de combinatie van pioglitazon en Apidra wordt overwogen. Indien deze combinatie wordt gebruikt, dienen patiënten te worden geobserveerd op signalen en symptomen van hartfalen, gewichtstoename en oedeem. Gebruik van pioglitazon dient te worden gestaakt bij verslechtering van cardiale symptomen.

Zwangerschap en borstvoeding

Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven aan zwangere vrouwen. Indien uw patiënt zwanger wil worden is het sterk aangeraden de insulinedosis aan te passen tijdens de zwangerschap en vlak na de bevalling. Zorgvuldige controle is belangrijk om mogelijke hypoglykemieën te voorkomen.

Indien uw patiënt borstvoeding wil geven zijn mogelijk aanpassingen nodig in de insulinedosering en dieet om hypoglykemieën te voorkomen.

Bekijk voor meer informatie de SmPC.

Aanvullende informatie